De visie van het programma Sociaal en vitaal Almelo luidt:
Kinderen in Almelo ontwikkelen zich optimaal naar eigen vermogen, ongeacht waar hun wieg heeft gestaan.
Onze inwoners helpen elkaar en kijken naar elkaar om. Iedereen is en voelt zich onderdeel van de
samenleving. Onze inwoners zijn weerbaar en veerkrachtig. Al onze inwoners krijgen hierbij gelijke kansen.
Zodat iedereen ook mee kan en gaat doen aan onze samenleving
Wij willen dat de plek waar kinderen geboren worden en de omgeving en vriendjes die ze hebben, minder
bepalend zijn voor hun toekomst. Alle kinderen verdienen gelijke kansen om hun talenten ten volle te
ontwikkelen.
Daarnaast kijkt Almelo aan tegen een behoorlijke groei van het aantal inwoners dat ouder is dan 65 jaar. Bij
een toename van het aantal ouderen en een verdere toename van het aantal eenpersoonshuishoudens is het
risico groot dat eenzaamheidsproblematiek toeneemt. Tevens zal het aantal thuiswonende inwoners met
dementie toenemen, 40% van hen is alleenstaand. De toename van het aantal ouderen zal
ook leiden tot een toename van het gebruik van voorzieningen op grond van de Wmo, medische zorg en het
beroep op verpleging en verzorging. Omdat de minder gezonde levensjaren aan het eind van ons leven zitten
kijken we aan tegen een dreigend toenemend beroep op zorgvoorzieningen in een krappe arbeidsmarkt.
Ook in Almelo ervaren we incidenten met problematiek rondom psychisch kwetsbaren. Mensen met vaak
complexe meervoudige problematiek op het gebied van wonen, welzijn, zorg of bestaanszekerheid.
Er bestonden al langer zorgen over de weerbaarheid en veerkracht van mensen, maar de coronacrisis heeft
bestaande problemen verergerd. Daarbij is de samenleving steeds ingewikkelder vormgegeven, stelt hoge
eisen aan mensen en legt een grote nadruk op prestaties en zelfredzaamheid. Scholieren ervaren steeds meer
druk op school. Mentale problemen ontstaan vaak al op jonge leeftijd. Wanneer volwassenen te kampen
hebben met mentale problemen zijn in 75% van de gevallen de problemen al ontstaan voor het 25ste
levensjaar en in 50% van de gevallen zelfs al voor het 15 e levensjaar.